Gerard (73) was een succesvol ondernemer. Een zakenman die nooit het achterste van zijn tong liet zien. Aan niemand. Meer dan dertig jaar runde hij samen met zijn vrouw een bedrijf in woning- en projectinrichting. “Op het hoogtepunt hadden we honderd man in dienst. We deden grote projecten in ziekenhuizen, bejaardencentra en hotelketens.” Gerard was in die jaren altijd onderweg en werkte zomaar negentig uur in de week. In 2003 kregen ze de kans om de zaak goed te verkopen. Dat zagen Gerard en zijn vrouw wel zitten: eindelijk tijd om te genieten. Maar dat viel vies tegen. “Wij hadden nooit ruzie, echt nooit. Maar eenmaal thuis ging dat al snel mis. We waren gewoon te jong om niks te doen.” Het ondernemersbloed stroomde gelukkig nog volop, dus startten ze een nieuw bedrijf in dezelfde branche. En weer met succes.
Veroordeeld
Tot 2017. Om een lang verhaal kort te maken: Gerard kreeg een naar, slepend conflict met een klant en op een slechte dag gebeurde er in zijn bedrijfspand iets strafbaars. Gerard zegt daar zelf over: “Het ging om een poging tot brandstichting, veroorzaakt door degene die mij chanteerde. Ik sta op de camera beelden vandaar de veroordeling”. Gerard werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. En, alsof dat niet genoeg was, kreeg hij een dag later een tia, een klein herseninfarct.
“Ik heb een week of vier zitten kniezen in m’n cel. Ik zat in een rolstoel, halfzijdig verlamd. Als ik eerlijk ben, heb ik wel even de neiging gehad om er een einde aan te maken.” Maar uiteindelijk zag Gerard voldoende dingen om voor te leven. Hij nam een besluit. “Ik dacht: wat er ook gebeurt, ik ga gewoon aan de bak. Ik heb hard moeten vechten.” Hij trainde veel om te herstellen van de verlamming. En hij gebruikte zijn tijd in de gevangenis om na te denken. Gerard voerde diepe gesprekken met onze vrijwilliger Willemina en met de geestelijk verzorgster. “Ik ben geboren met een klompvoet, mijn ouders waren diepgelovig. Ze zagen mij als een straf van God. En ik werd gepest op school. Elke dag weer. Dat vormt je, je wordt er harder van. Ik was best egocentrisch. Ook later, in mijn ondernemerschap.”
Help gevangenen met uw bijdrage!
Samen werken we aan herstel. Help gevangenen en hun achterblijvende familie.
Met Willemina voerde hij ook gesprekken over het geloof. “Ik geloof wel, maar ik was sinds 1978 niet naar de kerk geweest. Door mijn tijd in de gevangenis ben ik anders tegen het geloof aan gaan kijken.”
“Ik keek er altijd weer naar uit Willemina te mogen spreken. Tijdens de corona schreven we elkaar. Ze is na mijn vrijlating ook hier nog geweest om mij figuurlijk over te dragen aan Hessel.” Gerard heeft nu, na zijn detentie nog elke maand een gesprek met onze vrijwilliger Hessel. Dat helpt hem.
Gerard heeft veel verloren als gevolg van de gevangenschap. Zijn vrouw is van hem gescheiden. Ze hebben nog wel goed contact. Hij had gedacht na zijn pensionering van de opbrengst van zijn bedrijfsvoorraad te kunnen leven, maar de voorraad is met verlies verkocht. Hij raakte zijn geld, en daarmee zijn pensioen, kwijt. Maar de afgelopen jaren hebben hem ook wat opgeleverd.
Achterste van je tong
Eenmaal vrij volgde Gerard onder begeleiding van onze vrijwilliger Saskia de cursus SOS Individueel van Gevangenenzorg. Tijdens die cursus leren (ex-)gevangenen eerlijk naar zichzelf te kijken en na te denken over de gevolgen van het delict voor zichzelf en hun omgeving. “Dat heeft me zo goed gedaan. Het meest waardevol voor mij was dat je de confrontatie met jezelf moet aangaan. Dat je het achterste van je tong laat zien. Al is het maar een klein stukje.” Juist dat aspect is moeilijk voor Gerard. “Vroeger had ik een vriend -hij is er niet meer- maar hij was de enige bij wie ik zo open was. Zelfs mijn vrouw heeft nooit het achterste van mijn tong gezien. Maar tijdens de SOS Cursus kon ik dat wel. Dat heeft me zo goed gedaan. Ik gun dat anderen ook, daarom wil ik zelf de cursus gaan geven, als het kan.”
Hij ziet zelf hoe hij tijdens zijn detentie veranderd is. “In de gevangenis heb ik geleerd om te luisteren. En om ook naar andere mensen om te kijken. Die zachte kant zat er natuurlijk altijd wel in, maar ik ben zachtmoediger geworden.”
– Ineke Kouwenberg (tekst)