Op deze pagina
‘Baan na celstraf houdt bajesklant niet op het rechte pad’, kopte Het Parool afgelopen vrijdag. Volgens dit artikel vallen ex-gevangenen die meteen na hun straf werk vinden, vaak toch weer terug in crimineel gedrag. Het is jammer dat zo een beeld wordt opgeroepen alsof een baan niet werkt. Het tegendeel is waar. Het hebben van een baan is één van de meest beschermende factoren tegen terugval in criminaliteit. Maar het gaat om meer dan alleen een baan.
Het is jammer dat in het artikel, dat is gebaseerd op een kamerbrief van de minister voor Rechtsbescherming, alleen wordt gesproken over werk en recidive. Andere leefgebieden, zoals wonen, psychische gezondheid, verslaving, sociaal netwerk e.d. worden niet genoemd. Want die elementen zijn belangrijk voor het kunnen behouden van een baan. Die leefgebieden komen wel aan de orde in het rapport waaraan de kamerbrief refereert: Binnen is Binnen. Leeropbrengsten van de Social Impact Bond ‘Werk na detentie’.
Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat de deelnemers aan deze pilot problemen hadden op het gebied van schulden (51%), geen vaste woon of verblijfplaats (21%), verslaving (29%), psychische klachten (21%), lage opleiding, alleen basisschool (24%).
Als Gevangenenzorg Nederland houden wij ons ook bezig met arbeidstoeleiding. Uit ervaring weten we dat een baan alleen niet voldoende is. Het gaat er juist om dat een gevangen na detentie zijn baan ook kan behouden. Daarom is het van groot belang om tijdens detentie te werken aan allerlei vaardigheden die het mogelijk maken om het te kunnen volhouden in die baan. Hoe reageer je bijvoorbeeld op spanningen op de werkvloer? Loop je ervoor weg? Of maak je het bespreekbaar? En kun je luisteren naar je collega? Heb je een idee wat jouw gedrag kan oproepen bij de ander? Binnen de gevangenis kan daarop worden getraind. Wij hebben 6 jaar samengewerkt met de gevangenis van Krimpen aan den IJssel via het project De Compagnie. Vrijwilligers en ondernemers waren daar kind aan huis. De gevangene kreeg al in een vroeg stadium van detentie een vrijwilliger als maatje: iemand die luisterde en meedacht over zorgen die het vinden of behouden van een baan in de weg kunnen staan, zoals schulden, woonruimte, problemen in relaties. Die vrijwilliger liep niet alleen mee tijdens detentie, maar bleef óók daarna betrokken. Want dan komt het erop aan vol te houden.
Ook vroegtijdig contact tussen gevangenen en ondernemers is super belangrijk. De bezoeken van ondernemers aan de gevangenen en de onderlinge gesprekken zijn enorm motiverend. De gevangene ziet dat hij niet bij voorbaat afgeschreven is en de ondernemer ziet dat er genoeg gevangenen zijn die écht willen werken aan een nieuwe toekomst, maar het zonder hulp van buiten niet redden. Ze kunnen ook praten met medewerkers van de gevangenis en horen hoe het er dagelijks aan toegaat. Kortom, er ontstaat een compleet beeld.
Social Finance heeft in 2019 een impactanalyse uitgevoerd over De Compagnie. Het berekende het maatschappelijk rendement op 220 procent. Zie: gnd.nan.reviews/publicaties-onderzoek/.
Inmiddels wordt met Justitie samengewerkt om de lessen uit De Compagnie duurzaam te borgen in het reguliere detentieproces en beschikbaar te maken voor meer organisaties en meer gevangenen.
Gevangenenzorg Nederland is een organisatie die met ruim 700 medewerkers, waaronder ruim 650 goed opgeleide vrijwilligers, werkt aan herstel van (ex-)gevangenen, tbs-patiënten en hun achterblijvende familie ondersteunen.
Hans Barendrecht, directeur bestuurder Gevangenenzorg Nederland