Nieuwsbrief

‘Altijd op zoek naar nog meer macht’

Terug naar overzicht

Zijn eerste zakje wiet verkocht Chris toen hij nog maar twaalf jaar was.  Niet het geld bezorgde hem een kick – dat boeide hem niet, hij groeide op in een zeer welgestelde familie – maar het gevoel van macht. “Jongens van 15, 16 jaar hadden mij nodig. Ik had macht. Altijd ben ik op zoek gegaan naar nog meer macht.” Met zijn handelsgeest bracht hij het ver in het criminele circuit. Zijn zaken floreerden. Totdat hij werd opgepakt. “Ik ben door God de gevangenis in geschopt.” Het levensverhaal van Chris, een imposante vijftiger, is even indrukwekkend als complex. Als hij gaat vertellen, vliegen de uren zomaar voorbij.

Grote bedragen

Chris groeide op in de Randstad, binnen een welvarende en kerkelijk meelevende familie. Zijn vader had een eigen onderneming en was vaak van huis. Maar als hij thuis was, voedde hij zijn kinderen met harde hand op. Chris woonde afwisselend thuis met de au pair en zijn ziekelijke moeder, of hij was bij zijn oma met wie hij een goede band had.  Hij had familie die zich met nette zaken bezighield, maar ook een neef die met zijn theehuis (coffeeshop) in een andere wereld leefde. Die neef schakelde hem in om wiet te verkopen. Dat ging Chris verbazend goed af.

“Jan heeft me gered. Hij gaf me de moed om door te gaan”

Met Chris is afgesproken dat hij anoniem in beeld gebracht mocht worden.

Op zijn achttiende jaar overleed zijn oma. Het verlies kwam hard aan. Voor Chris was dit het moment het geloof de rug toe te keren. Ook  met school stopte hij, zonder een diploma te hebben. Hij begon een theehuis, nam er later nog drie over en startte later met de productie van MDA-pillen. Hij verdiende tonnen en leefde er goed van, vertelt hij met onverholen trots.

‘Geliefd kind’

En toen ging het fout. Het drugslab werd ontdekt en opgerold. Chris werd opgepakt en ging voor dertig maanden achter slot en grendel. “In de gevangenis vroeg ik om de justitiedominee. Ik deed net alsof ik weer wilde gaan geloven.” Maar dat pakte heel anders uit. Zijn stem breekt en de tranen zitten hoog als hij erover vertelt:  “De dominee wees naar mij: ‘Toen jij in de baarmoeder zat, was God erbij. God houdt van jou. Je bent zijn geliefde kind.’ Toen wist ik dat ik God niet in de mailing kon nemen.”

Alles kwijt

In die tijd hoort hij van Gevangenenzorg en hij neemt contact op. “Ik had niemand die me kon helpen. Je weet niet wat het is om vast te zitten. Ik was alles kwijtgeraakt, mijn vrouw, mijn familie, mijn bezittingen, heel mijn leven.”

Al snel kwam onze vrijwilliger Jan op bezoek. Chris: “De eerste keer was ik heel zenuwachtig. Ik dacht: ‘Wie is er zo nou gek om naar de bajes te komen om met mij te praten? Mijn eigen kinderen komen niet eens.’

“Jan heeft me gered”, benadrukt Chris en hij legt graag uit hoe. “Hij heeft me moed gegeven om door te gaan. Om stappen te maken in het geloof en in de goede wereld. Hij gaf moed door er elke keer voor mij te zijn, echt voor mij. En door de rust en de liefde die hij uitstraalde. Ik heb ervaren dat er van me gehouden werd buiten de bajes, hoe dan ook. Jan was als een vader, broer en familie in één. Begripvol, liefdevol, horend oor en zonder mening of verwerpingen. Ik ben zo dankbaar dat ik deze man heb mogen leren kennen; zo dankbaar voor Gevangenenzorg en alles erom heen.”’

Pijn

Inmiddels is Chris vrij, met een enkelband. Hij heeft in de gevangenis God ontmoet. Hij heeft er veel geleerd, ook over zichzelf. Dat betekent niet dat nu al zijn problemen zijn opgelost. Nog elke nacht keren de beelden terug van de liquidaties van een maat, van de marteling van hemzelf. “Ik heb zoveel mensen pijn gedaan. Ik ben er verantwoordelijk voor dat zoveel mensen drugs zijn gaan gebruiken.”  

 “Na de keuze voor God begint het pas. We hebben het financieel niet breed. De verleidingen zijn er.” Hij leeft samen met zijn vriendin van een uitkering. Toen het een keer fout dreigde te gaan, en Chris op het punt stond verkeerde keuzes te maken, voelde hij letterlijk de hand van God op zijn schouder. Hij werd tegengehouden.

“Er is altijd voor mij gebeden, door mijn moeder, mijn oma, mijn tantes. God laat niet los, anders was ik er al niet meer geweest. Het zaadje was geplant. God hoefde het alleen nog maar water te geven.”

Steun ons werk met een donatie. Doneer online.