Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die in handen van de rovers gevallen was? En hij zei: Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo. (Lukas 10: 36 en 37)
Barmhartigheid en naastenliefde, het zijn waarden die in ons land breed worden gedragen. Zo breed dat niet altijd helder is dat het Bijbelse begrippen zijn, kernbegrippen van het christelijk geloof. Ze komen sprekend naar voren in de bekende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
De barmhartige Samaritaan ziet een gewonde man, geeft direct hulp, vervoert hem en zorgt ook voor verdere hulp is. Een prachtige aansporing om barmhartig te zijn en naastenliefde te tonen. Er zitten wel punten in de gelijkenis die schuren. Voordat de Samaritaan hulp biedt, passeren een priester en een leviet. Dat waren respectabele burgers in de tijd van Jezus. Het is tekenend dat Jezus hen in de gelijkenis de gewonde laat negeren en dat Hij een Samaritaan, iemand met wie men niet omging, als voorbeeld stelt.
Hoe belangrijk ik naastenliefde ook vind, helaas heb ik ook momenten waarop ik, net als die priester en die leviet, even de andere kant op kijk. En als ik wel help, geeft me dat soms zomaar een twijfelachtig goed gevoel over mezelf. Doe ik het dan alleen uit naastenliefde? Familie en vrienden helpen lukt meestal beter dan wanneer het gaat om onbekenden. Laat staan om mensen met wie de verhoudingen niet goed zijn. Overvraagt Jezus ons niet met deze gelijkenis?
Jezus’ barmhartigheid voor ons
Gelukkig spreekt de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan volgens mij niet alleen over de opdracht om barmhartig te zijn. Er komt nog een ander Bijbels kernbegrip naar voren. Jezus wil barmhartig voor ons zijn, opdat wij barmhartig kunnen zijn voor anderen. De gelijkenis daagt ons uit onszelf te zien als de gewonde man die reddeloos langs de weg ligt. Ook ik heb het nodig dat Jezus langskomt, nabij komt, redt en geneest. Hij wil verlossen, bevrijden, vernieuwen en in mijn leven komen.
Toch blijven er momenten waarop ik mezelf tegenval. Maar dan kan het verlangen barmhartig te zijn, blijven staan. Ik kan Hem vertellen dat ik graag barmhartiger wil worden. Ik kan Hem vragen of Hij mij duidelijk wil maken wat ik doen moet. Hem vragen of Hij mij daar de kracht, het geduld en de liefde voor wil geven. Ook als ik zelf geen liefde voel. Jezus overvraagt ons niet. Hij kwam niet alleen opdat we iets over Hem weten, maar Hij nodigt ook uit met Hem te leven.
Deze overdenking is geschreven door Kees, vrijwilligerscoördinator bij Gevangenenzorg.
Breng anderen op de hoogte van deze overdenkingen
Verras je vrienden en familie. Deel de aanmeldpagina voor de overdenkingen gemakkelijk via Whatsapp.