Verhalen

‘Mijn kinderen en ik worden op een bepaalde manier ook gestraft’

Terug naar overzicht

De partner van Erica komt vast te zitten in het buitenland. Van de ene dag op de andere zit ze alleen met haar kinderen, haar vragen en haar schaamte. Vrijwilligster Ria komt elke maand langs. Als het nodig is, luistert ze. Blanco, zonder oordeel. Maar ze kunnen ook samen lachen. ‘Ria is een moordvrouw’, vindt Erica.

Ria is wel wat gewend. Als voormalig manager in de zorg zag en hoorde ze veel. Toen ze na een burn out niet meer betaald kon werken, wilde ze haar talenten en ervaring inzetten voor de maatschappij. Ze zocht iets uitdagends en stuitte op een advertentie van Gevangenenzorg Nederland. ‘Ik dacht: misschien is dat wel iets dat bij me past. Het leek me uitdagend omdat je met een heel andere wereld in aanraking komt.’ Ria werd aangenomen en volgde de training voor nieuwe vrijwilligers. ‘Blanco denken, dat was het belangrijkste dat ik er leerde. Ieder mens heeft de neiging om snel ergens iets van te vinden. Ik ook. Blanco denken zorgt dat je niet oordeelt maar open staat voor die ander. Voor wat hij zegt, denkt en bedoelt. Dat is belangrijk, juist in de context van Gevangenenzorg.’

Ontredderd

Ria’s eerste hulpvrager is Erica, moeder van twee bijna-volwassen kinderen. Haar partner is kort daarvoor opgepakt en zit vast in het buitenland. Erica is ontredderd. ‘We kregen net weer een beetje vertrouwen in ons gezin en dan gebeurt er dit. Ik was nog aan het herstellen van een maagoperatie toen ik te horen kreeg dat mijn partner was gearresteerd. Hoe dan? Ik versta geen Engels. Je krijgt geen hulp, je moet het helemaal alleen doen.’ In haar omgeving vindt Erica maar weinig steun. De buren weten niet eens wat er speelt. Om de kinderen te beschermen heeft Erica de buurt wijsgemaakt dat de relatie is stukgelopen. De familie kent wel het ware verhaal, maar is het gepraat erover al snel beu. ‘Ik ben dus heel eenzaam’, zegt Erica eerlijk. ‘Ik snap dat er gevangenissen nodig zijn, maar er is zoveel onbegrip. Eigenlijk worden mijn kinderen en ik op een bepaalde manier ook gestraft. Dat vind ik zo erg.’

Luisteren

In haar wanhoop gaat Erica op zoek naar hulp. Op internet vindt ze het telefoonnummer van Gevangenenzorg Nederland. “Ik kreeg maatschappelijk werkster Ilse aan de lijn. Ik heb zitten janken. Het was alsof ik eindelijk begrepen werd; er is iemand die me niet veroordeelt en naar me wil luisteren. En ze regelden een vrijwilligster die langs zou komen. Dat is fijn, want je komt in een wereld terecht die je niet kent.“

“In haar omgeving vindt Erica maar weinig steun. De buren weten niet eens wat er speelt. Om de kinderen te beschermen heeft Erica de buurt wijsgemaakt dat de relatie is stukgelopen.”

Die eerste keer treft Ria een wat wantrouwige, gekwetste vrouw aan. ‘Het eerste dat Erica vroeg was waarom ik er was en wat ik van haar wilde. Ik zei: ik ben hier omdat jij om hulp gevraagd hebt en omdat ik geloof dat God mij hier heeft gebracht. Ze vond het prima, zolang ik maar niet dacht dat ik haar kon bekeren.’ Ria lacht bij de herinnering. ‘Nee, natuurlijk dacht ik dat niet. Daar kwam ik ook helemaal niet voor.’

Tof mens

De situatie was natuurlijk allesbehalve leuk. ‘Ik had met haar te doen’, zegt Ria, ‘en begreep dat ze voorzichtig was. Ik ben niet van de politie, zei ik, ik ben er alleen voor jou. Ik probeer iemand te zijn die naar je luistert. Je kunt je hele verhaal aan mij vertellen, ik vertel het aan niemand door. Toen ik die eerste keer wegging zei Erica dat ze me wel ‘een tof mens’ vond. Dat was wederzijds. Dus eigenlijk is er vanaf dag één een goede klik geweest.’

Daar is Erica het duidelijk mee eens. ‘Ria is een moordvrouw, ze straalt iets uit. We kunnen echt lachen, maar als ik boos ben is het ook goed. Ria zet me op mijn plek en geeft me advies: probeer het zo eens te zien. Als ik jarig ben neemt ze iets mee, ook voor de kinderen. Dat doet ze allemaal voor mij!’

De arrestatie is inmiddels drie jaar geleden. De partner van Erica is weer thuis, met een enkelband. ‘We proberen de draad op te pakken’, zegt ze. ‘Dat is niet zo gemakkelijk.’ Erica is veranderd. Alleen al qua uiterlijk. Woog ze voor haar maagverkleining nog 162 kilo en kon ze bijna niets meer, nu kan ze zich met haar ruim zeventig kilo gemakkelijker bewegen. Haar nieuwe gewicht geeft haar meer zelfvertrouwen. Ria: ‘Toen ik Erica leerde kennen was ze een bange en volgzame vrouw, maar inmiddels staat er heel onafhankelijk mens. Ze laat zich niet meer gezeggen door haar partner. Dat is mooi, maar dat betekent ook dat hun relatie verandert. Ik help Erica om te ontdekken hoe ze het beste duidelijk kan maken wat ze wel en niet wil.’ Ria benadrukt dat ze erg veel waardering heeft voor Erica. ‘Ze heeft de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan zichzelf, met het resultaat dat ze veranderd is.’

Vijf overdenkingen voor geloofsopbouw en inspiratie

Het is absoluut niet Ria’s intentie om Erica te bekeren. Maar, het geloof is zo belangrijk voor haar dat Ria er toch weleens over praat. ‘Ik ben vanaf het begin duidelijk geweest. Dan zei ik: ik ben christen, dat is heel belangrijk in mijn leven en ik wil graag thuis voor je bidden als ik hier geweest ben. Dat mocht. Op een gegeven vroeg Erica: Denk je dat die God van jou ook wel eens aan mij denkt? Ik zei: Dat denk ik wel. Nou, vroeg ze, wil je dan nog een keertje extra voor me bidden? Dat heb ik uiteraard gedaan.’

Nodig zijn

Het voelt als vriendschap, de band tussen Erica en Ria, maar het contact heeft natuurlijk een andere grond. Er komt dan ook een moment dat de ondersteuning van Ria afloopt. Dat weten ze allebei. ‘Maar Erica heeft me nu nog heel erg nodig’, zegt Ria. ‘Ik weet niet hoe lang ik haar nog op blijf zoeken en hoe zich dat verder ontwikkelt. We zien het wel. Voor nu is het goed. Voor haar, maar ook voor mijzelf.’

Het contact geeft ook Ria voldoening. Het is net zo uitdagend als ze hoopte en de omgang met Erica geeft haar de gelegenheid om de kennis en ervaring die ze opdeed in de zorg opnieuw in te zetten, maar nu als vrijwilliger. Dat ervaart ze als ‘een cadeautje’.

Ria is blij dat ze destijds voor Gevangenenzorg heeft gekozen. Vanwege het werk, maar ook vanwege de organisatie op zich. ‘Het is heel fijn om voor Gevangenenzorg actief te zijn. Het is een mooie organisatie die goed in elkaar zit. De medewerkers zijn bereikbaar en je voelt je als vrijwilliger echt ondersteund. Als ik een vraag stel, krijg ik antwoorden waar ik echt iets mee kan. Natuurlijk is de christelijke achtergrond voor mij ook belangrijk. Juist die combinatie maakt dat Gevangenenzorg Nederland voor mij voelt als een warme deken.’